Hoogte WW-uitkering?
Om de hoogte van de WW-uitkering te bepalen, berekent het UWV eerst het dagloon. Dat dagloon is het loon waarover u belasting heeft betaald (het sv-loon), dus exclusief pensioenpremie en onkostenvergoedingen, gedeeld door het totale aantal werkdagen van de maanden waarin aan u loon is betaald. De laatste maand van het dienstverband wordt niet meegeteld voor het vaststellen van het dagloon. Let op: het maximale dagloon voor het UWV is EUR 225,57. Zelfs als het dagloon aan de hand van uw voormalige inkomen hoger uit zou vallen, wordt het dagloon dus beperkt tot EUR 225,87. Het dagloon wordt vervolgens vermenigvuldigd met 21,75 (het gemiddelde aantal werkdagen per maand). Dat bedrag vormt het WW-maandloon.
Tijdens de eerste twee maanden van uw WW-uitkering ontvangt u 75% van het WW-maandloon, daarna ontvangt u 70% van het WW-maandloon.
Als u na berekening een bedrag zou ontvangen dat lager uitvalt dan het sociaal minimum, dan kunt u het UWV verzoeken om het bedrag aan te vullen tot het sociaal minimum. Het UWV is daartoe verplicht op basis van de wet. U moet wel zelf om de toeslag vragen. Het UWV stuurt hiervoor een formulier naar u toe.